Beschrijving zilver-oeistiti

Leefgebied

De zilver-oeistiti komt in het oosten van Brazilië voor, ten zuiden en ten oosten van de Amazone rivier. Dit aapje leeft geïsoleerd van andere marmosets, met uitzondering van het zuiden van de Amazone-delta, waar het gewoon penseelaapje voorkomt. Hun leefgebied bestaat uit tropische regenwouden en laaglandbossen. Ze slapen in boomholten en tussen dichte vegetatie.

Uiterlijk

Het is een van de kleinste aapjes van de nieuwe wereld. De lichaamslengte bedraagt 20 tot 23 cm, de staartlengte 30 tot 34 cm en het gewicht 325 tot 350 gram. Ze variëren in kleur van zilvergrijs tot donkerbruin. De donkerbruine aapjes hebben haarloze oren en gezichten. De zilvergrijze dieren hebben een licht-zilvergrijze rug, een geelwitte buik en wat zwart op de staart. Vanwege hun donkere staart worden zilver-oeistities ook wel zwartstaartzilverzijdeaapjes genoemd.

Voortbeweging

Met de lange, gebogen klauwen kunnen ze goed in bomen klimmen en kunnen ze makkelijk ontsnappen aan roofdieren.

Wetenswaardigheden

Een uniek kenmerk is dat de kaak in een scherpe punt uitloopt. De spitse kaak en de korte hoektanden zijn waarschijnlijk een aanpassing aan de voedingsgewoonte. Behalve aan de grote teen hebben ze aan alle vingers en tenen klauwtjes in plaats van nagels.

Voedsel in de natuur

Het voedsel bestaat voornamelijk uit het sap en de gom van bomen. Verder eten ze fruit, insecten en bladeren.

Gedrag

Zilver-oeistities leven in familiesgroepjes van ongeveer twaalf dieren, waarbij alle leden meehelpen om voor de jongen te zorgen. Het zijn dagdieren die voornamelijk in bomen leven. 

Zowel de mannetjes als de vrouwtjes gebruiken geuren om het territorium af te bakenen en om te communiceren. Als ze opgewonden of gealarmeerd zijn gebruiken ze ook geluiden om te communiceren. Wanneer ze worden bedreigd trekken ze hun wenkbrauwen naar beneden en maken ze een smakkend geluid met hun lippen.

Voortplanting in de natuur

Deze dieren leven in kleine familiegroepjes, waarin slechts één paar zich voortplant. Bij de ondergeschikte vrouwtjes wordt de ovulatie onderdrukt door blootstelling aan feromonen van het dominante vrouwtje. De vrouwtjes krijgen meestal twee keer per jaar een tweeling na een draagtijd van 145 dagen. Het mannetje draagt de jongen waarbij hij ze iedere twee tot drie uur aan de moeder teruggeeft om te worden gezoogd. De jongen worden zes maanden gezoogd en zijn na één tot twee jaar volwassen. De rest van de groep helpt met de verzorging en bescherming van de jongen.

Bedreiging

De vernietiging van bossen heeft de bedreiging van vele dieren in het regenwoud ten gevolg, waaronder veel apensoorten. Maar zilver-oeistities kunnen goed overleven door gewassen te eten die door mens geteeld worden. Het is echter de vraag of dit ook voor de toekomst blijft gelden.

Bronnen:

Creative Commons License
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported-licentie.