Beschrijving Himalaya glansfazant

Leefgebied

Himalaya glansfazanten leven op hoogtes tussen de 1500 en 5000 meter in het uitgestrekte Himalaya gebergte in eiken-, berken- en rododendronbossen, afgewisseld met open vlakten en rotspartijen. Wanneer het erg koud is dalen ze af naar lager gelegen kastanjebossen.

Uiterlijk

Deze fazantensoort is gemakkelijk te herkennen. De haan is bontgekleurd en heeft een kuifje van rechtopstaande veren op de kop. Alleen de haan heeft de metaalachtig glanzende veren waaraan deze soort zijn naam dankt. De totale kop-staartlengte is 56-64 centimeter, waarbij de staart tot zo’n 23 cm lang is.
Het vrouwtje is zoals bij alle fazanten onopvallend bruinachtig gekleurd. Vroeger werden de kuifjes van de hanen als versiering op hoeden gebruikt.

Voedsel in de natuur

Het voedsel bestaat uit knollen, wortels en ander eetbaar materiaal hetgeen ze gedurende de hele dag voornamelijk met hun zware snavel uit de bodem graven tot wel 25 centimeter diep.

Gedrag

Bij de balts loopt de haan aarzelend in steeds kleinere kringen om de hen heen, waarbij hij de naar haar toegekeerde vleugel over de grond laat slepen. De snavel wordt daarbij tegen de borst gedrukt. Daarna gaat hij tegenover het vrouwtje staan, spreidt zijn staart waaiervormig uit, laat beide vleugels hangen en buigt de kop zover omlaag dat de snavel de grond raakt. In deze houding loopt hij met ritmische bewegingen voor- en achteruit.

Voortplanting in de natuur

In de paartijd vormt de haan in de natuur vaak een harem van enkele hennen, die echter niet bij elkaar in de buurt komen. Het nest bestaat slechts uit een in de grond uitgekrabd kuiltje, vaak onder een struik. Er worden 3 tot 5 eieren gelegd, die 27 tot 28 dagen door het vrouwtje worden bebroed. De kuikens blijven tot het volgend voorjaar bij hun moeder.

Bronnen

  •  Zodiac Animals
Creative Commons-Licentie
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported-licentie.