Beschrijving grijsgroen doodshoofdaapje
Leefgebied
Het grijsgroen doodshoofdaapje komt in het noorden van Zuid-Amerika voor. Zijn verspreidingsgebied strekt zich uit tussen de Andes in het westen, de Atlantische Oceaan in het oosten en de Amazone in het zuiden, van Colombia en Noord-Peru tot Noordoost-Brazilië, de Guyana's en Venezuela. Hij leeft voornamelijk in regenwouden, in de buurt van rivieren en meren, van kustwouden tot op 2000 meter hoogte in de bergen.
Uiterlijk
Zoals zijn naam aangeeft, heeft het grijsgroen doodshoofdaapje een olijf- tot grijsgroene vacht. De buik is lichtgeel en de ledematen zijn oranjegeel van kleur. Het gezicht, de keel en de oren zijn wit, de snuit zwart. De kruin is donkergroen tot grijs tot zwart van kleur. Hij heeft geen grijpstaart. Hij wordt 26 tot 37 centimeter lang en 550 tot 1250 gram zwaar. De staart is 35 tot 45 centimeter lang. Mannetjes en vrouwtjes zijn ongeveer even groot: vrouwtjes zijn meestal 28 tot 37 centimeter lang en 650 tot 1250 gram zwaar, mannetjes zijn 27 tot 37 centimeter lang en 550 tot 1150 gram zwaar.
Voedsel in de natuur
Ze eten vruchten, bladeren, zaden en insecten, aangevuld met gekko's en andere hagedissen, vogeleieren en jonge vogeltjes.
Gedrag
Het doodshoofdaapje is een sociaal boombewonend dagdier, die voornamelijk in boomkruinen leeft. Hij springt van tak naar tak door de boomkruinen. 's Nachts slaapt hij tussen dichte takken.
Hij leeft voornamelijk in familiegroepjes, die zich soms aansluiten tot grotere groepen van meer dan honderd dieren. Groepen van meer dan vijfhonderd dieren zijn waargenomen. Maar meestal bestaan de groepen uit 15 tot 75 dieren. De kern van de groep wordt gevormd door volwassen vrouwtjes en hun jongen.
Meestal zijn deze aapjes stil maar als je bedreigd worden kunnen ze luid gaan schreeuwen.
Predatie
Vijanden van de grijsgroene doodshoofdaapjes zijn adelaars (in de bomen) en slangen (op de grond).
Voortplanting
Gedurende de voortplantingsperiode die van september tot november loopt neemt het gewicht van de mannetjes 20% toe en worden ze agressiever. In de regel planten slechts één of twee mannetjes van de groep zich voort en dit zijn meestal de mannetjes die het meest in gewicht zijn toegenomen.
Na een draagtijd van 160 – 170 dagen krijgen de vrouwtjes de periode van februari tot april meestal één jong, die eerst op de buik, later op de rug wordt gedragen.
Het jong wordt verzorgd door de moeder terwijl de mannetjes het gebied bewaken. Andere vrouwelijke groepsleden, meestal oudere dochters van de moeder die zelf nog geen jongen hebben, zullen op het jong passen en het bij zich dragen als de moeder aan het foerageren is. Na twee to vier maanden worden de jonge dieren zelfstandiger.
De vrouwtjes worden na 2½ geslachtsrijp en de mannetjes na 4 jaar. Beide geslachten verlaten dan de geboortegroep.
In gevangenschap kunnen de dieren 30 jaar worden
Bedreiging
Grijsgroene doodshoofdaapjes worden regelmatig gevangen voor de illegale huisdierhandel, en ook worden ze bejaagd voor lokaal gebruik als huisdier, voedsel of lokaas. Desondanks behoort het grijsgroen doodshoofdaapje tot de meest algemene apensoorten van het Amazonebekken, en is hij niet in zijn voortbestaan bedreigd.
Bronnen
- de.wikipedia.org/wiki/Gew%C3%B6hnlicher_Totenkopfaffe,
- nl.wikipedia.org/wiki/Grijsgroen_doodshoofdaapje

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 Unported License.