Beschrijving moeraswallaby

Leefgebied

Moeraswallabies leven aan de oostkust van Australië, in het zuidoosten van Zuid-Australië, Victoria, het oosten van Queensland en het oosten van New South Wales.

Ze leven over het algemeen in dichte bossen, open bossen en moerasgebieden. Ze begeven zich ook wel in meer open gebieden, maar alleen als er plekken met dicht kreupelhout in de buurt zijn.

Uiterlijk

De moeraswallaby is een klimbuideldier. In de buidels van de vrouwtjes bevinden zich vier tepels. De voorpoten, die aanzienlijk kleiner zijn dan de achterpoten, worden gebruikt om te eten en om zich langzaam mee voort te bewegen.

Bij de achterpoten, die lang zijn om snelle bewegingen op twee poten mee te kunnen maken, mist de grote teen. De vierde is de langste en meest gespecialiseerde teen van de achterpoot. Deze vierde teen en het ontbreken van de grote teen, zorgt ervoor dat ze goed kunnen springen.

Mannetjes wegen 12,3 - 20,5 kg en vrouwtjes 10,3 - 15,4 kg. Mannetjes zijn 72,3 - 84,7 cm lang met een staartlengte van 69 - 86,2 cm en vrouwtjes zijn 66,5 - 75 cm lang met een staartlengte van 64 - 72,8 cm.

Moeraswallabies hebben een lange, ruwe vacht die over het algemeen donkerbruin van kleur is met donkere of zwarte ledematen en staarten. Veel dieren hebben ook een lichtgele wangstreep die begint bij de lip en doorloopt tot het oor.

Voortbeweging

Ze kunnen met hun achterpoten springen terwijl ze hun kop dicht bij de grond houden. De voorpoten kunnen ze ook gebruiken om op vier poten voort te kunnen bewegen.

Wetenswaardigheden

  • De kiezen zijn speciaal gevormd om door grove, dikke vegetatie te kunnen snijden.
  • In de buidel van het vrouwtje bevinden zich vier tepels.
  • Deze soort is uniek omdat het het enige buideldier is waarvan de draagtijd langer is dan hun oestrische cyclus.

Voedsel in de natuur

Moeraswallabies zijn herbivoor. Hun dieet bestaat uit zachte planten zoals knoppen, varens, bladeren, struiken en grassen. Af en toe eten ze schors, scheuten van naaldbomen en planten die giftig kunnen zijn voor gedomesticeerde dieren. Het zijn grazers en ze gebruiken hun voorpoten in beperkte mate bij het eten.

Gedrag

Het zijn solitaire nachtdieren. Op voedselplekken eten ze samen met andere niet verwante dieren zonder tekenen van territoriaal gedrag.

Predatie

Moeraswallabies hebben geen natuurlijke vijanden.

Voortplanting in de natuur

Zowel de mannetjes als de vrouwtjes zijn na 15 maanden geslachtsrijp en kunnen in het wild 15 jaar oud worden. De vrouwtjes kunnen het hele jaar door jongen krijgen. Ze krijgen per worp gewoonlijk één jong, hoewel er af en toe tweelingen worden geboren. De jongen wegen bij de geboorte slechts één gram en blijven de eerste 8 tot 9 maanden in de buidel van hun moeder. De draagtijd is 33 tot 38 dagen, terwijl de oestrische cyclus gemiddeld 34 dagen duurt.

Deze soort is uniek omdat het het enige buideldier is waarvan de draagtijd langer is dan hun oestrische cyclus. Dit betekent dat vrouwtjes tijdens de laatste paar dagen van hun dracht al weer kunnen paren, waardoor ze ongeveer elke 8 maanden jongen kunnen krijgen.

Na de paring groeit een foetus in de baarmoeder, terwijl het nieuwe embryo zich verder ontwikkelt. Het zogen van de pasgeborene stopt tijdelijk de ontwikkeling van het tweede embryo tot het eerste jong gereed is om de buidel te verlaten. Op dat moment gaat de ontwikkeling van het tweede embryo verder en wordt het na 33 tot 38 dagen geboren.

Wallabies lijken op kangoeroes en koala's omdat ze buideldieren zijn. Ze hebben een ander voortplantingssysteem dan andere zoogdieren. Na de paring word het kleine embryo, dat zo groot is als een bij, geboren. Hij kruipt naar de buidel van de moeder waar het zicht vast hecht aan een speen en waar het zich nog enkele maanden verder kan ontwikkelen. Wanneer het jong (een Joey genaamd) zo ver volgroeid is dat het tevoorschijn kan komen, worden ze vaak waargenomen wanneer ze vanuit de buidel rondkijken, voordat ze helemaal uit de buidel komen. Zelfs daarna kruipen ze tijdens de eerste paar maanden weer terug in de buidel als ze bang zijn.

Bedreiging

Ten gevolge van de vernietiging van leefgebied en, in mindere mate, het doden door boeren zijn de populaties afgenomen. Ze komen echter nog steeds algemeen voor en de genoemde problemen worden niet beschouwd als een bedreiging voor hun voortbestaan.

Bronnen:

Creative Commons License
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported-licentie.