Beschrijving aasgier

Leefgebied

Aasgieren leven in Zuid-Europa, Azië en Noord-Afrika. Geïsoleerde populaties komen voor op de Canarische en Kaapverdische eilanden. Hoewel aasgieren niet echt trekvogels zijn migreren ze in meerdere mate dan de meeste andere gieren, tussen overwinterings- en broedgebieden. Broedparen keren soms meerdere jaren achtereen terug naar dezelfde broedplaats. Met name de ondersoort uit Europa en Zuid-Azië trekt in de winter naar Afrika.

De aasgier komt voor in zowel laaglanden als berggebieden, meestal in open landschappen in droog terrein, maar ook wel in de buurt van menselijke nederzettingen.

Er zijn drie ondersoorten:

  • N. p. ginginianus (Nepal en India)
  • N. p. majorensis (Canarische Eilanden)
  • N. p. percnopterus (Zuid-Europa, Nabije Oosten, Afrika)

Uiterlijk

Aasgieren zijn middelgrote gieren met een karakteristiek vliegsilhouet waarbij de wigvormige staart het meest opvalt. Ze hebben een soort kraag van uitstekende veren rond de hals. Ze zijn 58 tot 70 cm lang en 1,6 tot 2,2 kg zwaar en hebben een spanwijdte van 146 tot 175 cm.

Volwassen vogels zijn wit met donkere, bijna zwarte, slagpennen. Verder hebben deze gieren een geel gekleurde naakte huid rond het oog. Er wordt aangenomen dat de veren-loze kop nuttig is voor zowel de warmteregulatie als om te voorkomen dat er voedselresten in de veren blijven zitten. De kleur van de kop verandert in het broedseizoen van geel naar oranje. De snavel is groot en smal en heeft aan het eind een naar beneden gebogen punt waarmee het mogelijk is om de laatste restjes weefsel tussen botten uit te schrapen.

Er zijn weinig fysieke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes. De vrouwtjes zijn echter gemiddeld iets zwaarder dan mannetjes. Onvolwassen vogels zijn geheel donkerbruin en worden geleidelijk steeds lichter tot ze na circa vijf jaar helemaal wit met zwart zijn. In zit lijken volwassen vogels bijna helemaal wit omdat de zwarte vleugelpennen verborgen zitten onder de witte bovenvleugeldekveren.

Aasgier juvenileJuvenile
Author: Koshy Koshy
License: CC BY 2.0
  Aasgier vliegend wikiIn de vlucht
Author: מינוזיג
License: CC BY-SA 4.0

Voortbeweging

Net als bij andere gieren van de Oude Wereld heeft deze soort geen goede slagvlucht, maar presteren ze wel goed wanneer ze vanaf een hoge plek met een glijvlucht kunnen starten of gebruik kunnen maken van thermische opwaartse stromingen boven een warme vlakte.

Wetenswaardigheden

  • De aasgier is een dwaalgast in West-Europa. Er zijn in Nederland twee gedocumenteerde waarnemingen van (niet uit gevangenschap ontsnapte) aasgieren.
  • In het Oude Egypte waren de aasgieren heilig en gewijd aan de godin Isis en zij werden wettelijk beschermd door de Farao's. Er is een hiëroglief met de afbeelding van een aasgier die staat voor een lastig uitspreekbare keelklank.
  • De aasgier is de kleinste giersoort.
  • Ze gebruiken stenen om een groot ei kapot te maken.

Voedsel in de natuur

Aasgieren zijn vleeseters, die meestal aas eten, maar ook insecten, kleine reptielen en zoogdieren, schaaldieren, slakken, vogeleieren, nestelingen en uitwerpselen van grotere dieren. Omdat ze zo klein zijn, moeten ze steeds genoegen nemen met de restjes van een karkas. De eieren en jongen van grotere op grond broedende vogels lopen speciaal gevaar voor deze soort, omdat ze bedreven zijn in het gebruik van stenen als gereedschap om eieren open te breken.

Van uitwerpselen van grotere dieren, waaronder die van mensen, wordt verondersteld dat ze voor aasgieren een goede bron van voedingsstoffen zijn en dat het ervoor zorgt dat de kleur van de kop geel blijft. Nestelingen worden met kleine dieren gevoed wat hen voorziet van calcium voor de ontwikkeling van hun botten.

Gedrag

Het sociaal gedrag van aasgieren varieert en is afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid voedsel. Deze gieren foerageren meestal alleen of met hun partner, maar bij favoriete voedselplekken met een overvloed aan voedsel kunnen meerdere vogels bij elkaar aangetroffen worden samen met onvolwassen vogels en andere vleeseters. In de rangorde bij een voedselplek staan aasgieren onder grotere vale gieren, maar boven wouwen en kraaien. Aasgieren zijn goed toegerust om de laatste stukjes vlees van botten weg te schrapen nadat meer dominante aaseters hebben gegeten. 

Aasgieren zijn een van de weinige soorten vogels die gereedschappen gebruiken. Om een grote dikke eierschaal, zoals die van een struisvogel kapot te maken, kunnen aasgieren honderden meters van het ei vandaan lopen om een steen te zoeken die ze op een specifieke manier op het ei gooien om deze kapot te maken zodat ze het embryo kunnen opeten.

Het leefgebied van een enkele vogel, een paartje of een familiegroep is groter dan het territorium dat verdedigd wordt en omvat vaak menselijke afvalbelten of gebieden waar vee wordt gehouden. Van mannetjes is bekend dat ze regelmatig luchtgevechten houden ter verdediging van nestlocaties.

Aasgieren zijn puur visuele jagers en ze maken geen gebruik van reuk om voedsel te vinden. Ze zoeken meestal in open gebieden naar voedsel waar karkassen vanaf grote hoogte ontdekt kunnen worden. In plaats van dat ze zelf een prooi vinden, merken ze vaak andere gieren van hun eigen of een ander soort op die lager in de lucht boven een ontdekt maal cirkelen. Als er bomen zijn gaan ze boven de potentiële prooi zitten wachten voordat ze gaan eten.

Predatie

Volwassen aasgieren hebben geen natuurlijke vijanden, maar de mens vormt een groot probleem voor deze soort. Deze vogels hebben direct te lijden van habitatvernietiging veroorzaakt door de mens of indirect door vergiftiging wanneer ze karkassen eten van dieren die door loden kogels gedood zijn. Ook door het eten van vee dat met onnatuurlijke voeding is grootgebracht, zoals ontstekingsremmers.

Voortplanting in de natuur

Aasgieren zijn monogaam en migreren tussen de seizoenen met hun partner. Ze bouwen een groot nest wat ze tijdens het broedseizoen regelmatig bijwerken. In het nest kunnen stukken oude vodden, haar of vacht voorkomen. Tijdens de balts in het broedseizoen duikt het mannetje in de richting van zijn partner en grijpen ze elkaars klauwen vast. 

Aasgieren broeden eenmaal per jaar. Ze nestelen in bergachtige streken op rotsrichels, maar soms ook wel in grote bomen en zelfs op gebouwen (in India) en elektriciteitsmasten. Het tijdstip van het broedseizoen verschilt enigszins tussen de populaties in de verschillende regio's, maar meestal worden de eieren tussen maart en mei gelegd.

Ieder legsel weegt ongeveer 9% van het lichaamsgewicht van de moeder, wat hoog is voor een giersoort. Na het leggen zal het vrouwtje enkele dagen zelf op de eieren broeden totdat beide ouders deze taak gaan delen. Normaal gesproken bestaat een legsel uit twee eieren die in 39 tot 45 dagen worden uitgebroed. Omdat er een aanzienlijk tijdsverloop zit tussen het leggen en het uitkomen van de eieren, zal één nesteling vaak aanzienlijk verder ontwikkeld zijn dan het andere. Het duurt 71 tot 85 dagen voordat ze uitvliegen en nog eens een maand voordat ze in staat zijn om zelf te jagen. Nestelingen hebben grijswit dons en de huid op de kop is vaak donkergroen.

Beide ouders dragen bij aan de verdediging van het grondgebied en het voeren van de nestelingen. Het voedsel kan in de snavel aangevoerd worden of uitgebraakt worden bij terugkeer op het nest. Bij kleine nestelingen kan het nodig zijn dat voedsel in stukken gescheurd moet worden voordat het opgegeten kan worden. Nadat de jongen zijn uitgevlogen vliegen ze binnen het territorium naast de ouders. De ouders blijven de uitgevlogen vogels voeren en leren ze hoe ze zelf voedsel kunnen vinden. Bij het begin van de trek weg van het broedgebied scheiden de jongen van hun ouders.

De langst bekende levensduur van een aasgier in gevangenschap is 37 jaar. De levensduur van individuen in het wild is moeilijk vast te stellen omdat deze vogels niet altijd ieder seizoen naar dezelfde locatie terugkeren.

Bedreiging

De aasgier stond in 2004 nog als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN. Sinds 2004 neemt deze gier snel in aantal af in India als gevolg van het veelvuldige gebruik van de ontstekingsremmer Diclofenac in de veeteelt. Ook in Europa neemt de populatie af, naar schatting met meer dan 50% over de laatste 42 jaar. Dit is slechts 1,7% per jaar, maar ook: 50% achteruitgang na drie generaties van deze relatief lang levende vogels. Ook hoogspanningsmasten en elektriciteitsleidingen vormen een bedreiging, naast sterfte door bewust vergiftigde kadavers ter bestrijding van roofdieren. De grootte van de populatie in Europa is hoogstens 15.000 individuen en vormt minder dan 50% van de wereldpopulatie. BirdLife International schatte in 2012 de wereldpopulatie op 13 tot 41 duizend volwassen aasgieren. Om deze redenen staat de aasgier tegenwoordig als bedreigd op de Rode Lijst.

Bronnen:

Creative Commons License
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported-licentie.